Wat zag het er nu uit
Wat is er te doen?
“Denk je, dat dit de hele wereld is?” zei de moeder.
Laat mij het ei eens zien!
Daar kwam het weer bij.
En zo waren zij er dan zo goed als thuis.
Maar dat doet er niet toe!
maar er kwamen geen eieren
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
En toch zei zij, dat ze een echte prinses was.
En zo ging het eendje dan heen
het wist zelf niet, hoe het zich zou houden
Het arme beest!
Het was een groot en lelijk beest!
Ik wil niet van mij zelf spreken.
Van mij zelf wil ik niet spreken.
Het is verschrikkelijk!
Nu kan ik eendeneieren krijgen.
Daar moest de prinses nu de hele nacht op liggen.
“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”