het middageten
de appel
appelsap
appeltaart
de tomaten
tomatensap
het ontbijt
de aardbeien
Ik maakte ontbijt.
Zij maakte ontbijt.
Hoe laat is het ontbijt?
het knoflookbrood
de room
het meel
slagroom
Neem wat pizza.
Yanni wil wat pizza.
Hebben we genoeg meel?
Ik heb pizza besteld.