citroensap
Tom dronk water.
Water is vreemd spul.
Ik haal wat koffie voor je.
Er viel een vlieg in de melk.
Mannen kunnen niet leven zonder water.
De warmte verandert water in stoom.
en er werd brood en koek in het water geworpen
Tom dronk een glas witte wijn, net als Mary.
of hij er van houdt, in het water te zwemmen of onder te duiken
En het snelde naar het water, plofte er in en zwom naar de prachtige zwanen toe
Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.
waterpeil
de cognac
de limonade
Limonade aub.
waterdruppels
Tom drinkt vaak cognac.
Wij voeren koffie in uit Brazilië.
Koeien voorzien ons van melk.