"am" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I’m lost.	Ik ben verdwaald.
	I got lost in the woods.	Ik ben verdwaald in het bos.
	I am a doctor.	Ik ben dokter.
	I’m glad you weren’t there.	Ik ben blij dat je er niet was.
	I’m scared of being alone.	Ik ben bang om alleen te zijn.
	This is what I drink when I’m with Tom.	Dit is wat ik drink wanneer ik bij Tom ben.
	I’m Mary by the way and this is Tom.	Ik ben trouwens Maria, en dit is Tom.
	I didn’t go shopping yesterday.	Ik ben gisteren niet gaan winkelen.
	I found out who Tom’s father is.	Ik ben erachter gekomen wie Toms vader is.
	I happen to be a good driver.	Toevallig ben ik een goede chauffeur.
	I’m not the one responsible for this mistake.	Ik ben niet verantwoordelijk voor deze fout.
	I’m finished.	Ik ben klaar.
	I’m happy.	Ik ben gelukkig.
	I like my job very much.	Ik ben gek op mijn werk.
	I’m afraid of owls.	Ik ben bang voor uilen.
	I’m tired, but I still can’t fall asleep.	Ik ben moe maar ik kan nog niet slapen.
	I’m not as old as you, of course.	Uiteraard ben ik niet zo oud als jij.
	I have never been to the United States.	Ik ben nooit in de Verenigde Staten geweest.
	I’m ill.	Ik ben ziek.
	I’m a human.	Ik ben een mens.