Adjectives 23 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the smallest	het kleinste
	smallest size	kleinste maat
	point of contact	aanspreekpunt
	beaten up	in elkaar geslagen
	They already got married.	Ze waren al getrouwd.
	it has not changed	het is niet veranderd
	Were you married at that time?	Was je op dat moment getrouwd?
	the Israeli army	het Israëlische leger
	My attitude has changed.	Mijn houding is veranderd.
	Didn’t you know Tom was married?	Wist je niet dat Tom getrouwd was?
	I’ve been married three times.	Ik ben drie keer getrouwd geweest.
	She got married when she was twenty-five.	Ze is getrouwd toen ze 25 was.
	Am I obliged to file the declaration?	Ben ik verplicht om de aangifte te doen?
	and the smallest shouted: “there is a new swan!”	en het kleinste riep: «Daar is een nieuwe zwaan!»
	He seemed to understand foreign policy.	Hij leek buitenlands beleid te begrijpen.
	Algeria has a strong foreign policy.	Algerije heeft een sterk buitenlands beleid.
	the first national action against distraction at the wheel	de eerste nationale actie tegen afleiding achter het stuur