Understand spoken Dutch

Recent Additions

Recording English Dutch Time ago created Learn
She has two children. Ze heeft twee kinderen. 10 months 4 weeks ago
What is his job? Wat is zijn werk? 10 months 4 weeks ago
I’m drawing a man. Ik maak een tekening van een man. 10 months 4 weeks ago
My mother is a nurse. Mijn moeder is verpleegster. 10 months 4 weeks ago
Where is the bus station? Waar is het busstation? 10 months 4 weeks ago
We are at the police station. Wij zijn op het politiebureau. 10 months 4 weeks ago
I didn’t get enough sleep. Ik heb niet genoeg geslapen. 10 months 4 weeks ago
I don’t have any children. Ik heb geen kinderen. 10 months 4 weeks ago
He will walk to school. Hij zal naar school lopen. 10 months 4 weeks ago
We acknowledge the efforts of others. We erkennen de inspanning van anderen. 11 months ago
Everyone must acknowledge their mistakes. Iedereen moet zijn fouten erkennen. 11 months ago
You must acknowledge the truth. Je moet de waarheid erkennen. 11 months ago
Children love to play games. Kinderen houden van spelletjes spelen. 11 months ago
games spelletjes 11 months ago
She’s coming. Ze komt eraan. 11 months ago
Where is he? Waar is hij? 11 months ago
This is my house. Dit is mijn huis. 11 months ago
I want to go home. Ik wil naar huis. 11 months ago
I forgot to take my medication. Ik ben vergeten mijn geneesmiddel in te nemen. 11 months ago
What do you want to eat? Wat wil je eten? 11 months ago
Would you like coffee or tea? Wilt u koffie of thee? 11 months ago
He drinks coffee every morning. Hij drinkt elke ochtend koffie. 11 months ago
Are you free? Ben je vrij? 11 months 1 week ago
There are two cats in the house. Er zijn twee katten in huis. 11 months 1 week ago
Children love to sing. Kinderen houden van zingen. 11 months 1 week ago
This house has three rooms. Dit huis heeft drie kamers. 11 months 1 week ago
She was already asleep. Ze sliep al. 11 months 1 week ago
They were not home. Ze waren niet thuis. 11 months 1 week ago
I like to eat fish. Ik eet graag vis. 11 months 1 week ago
Where is the school? Waar is de school? 11 months 1 week ago
I have to go back and visit my family. Ik moet teruggaan en mijn familie bezoeken. 11 months 1 week ago
to go back teruggaan 11 months 1 week ago
Does he have a chance of winning the election? Heeft hij een kans om de verkiezingen te winnen? 11 months 1 week ago
good knap 11 months 1 week ago
I think it’s so great that you often think of everything. Ik vind het zo knap dat je vaak aan alles denkt. 11 months 1 week ago
cycled fietste 11 months 1 week ago
I used to cycle to school often. Vroeger fietste ik vaak naar school. 11 months 1 week ago
I am from the Netherlands. Ik kom uit Nederland. 11 months 1 week ago
The operation went well. De operatie is goed verlopen. 11 months 2 weeks ago
operation operatie 11 months 2 weeks ago