Understand spoken Dutch

Recent Additions

Recording English Dutch Time ago created Learn
She has two children. Ze heeft twee kinderen. 9 months ago
What is his job? Wat is zijn werk? 9 months ago
I’m drawing a man. Ik maak een tekening van een man. 9 months ago
My mother is a nurse. Mijn moeder is verpleegster. 9 months ago
Where is the bus station? Waar is het busstation? 9 months ago
We are at the police station. Wij zijn op het politiebureau. 9 months ago
I didn’t get enough sleep. Ik heb niet genoeg geslapen. 9 months ago
I don’t have any children. Ik heb geen kinderen. 9 months ago
He will walk to school. Hij zal naar school lopen. 9 months ago
We acknowledge the efforts of others. We erkennen de inspanning van anderen. 9 months ago
Everyone must acknowledge their mistakes. Iedereen moet zijn fouten erkennen. 9 months ago
You must acknowledge the truth. Je moet de waarheid erkennen. 9 months ago
Children love to play games. Kinderen houden van spelletjes spelen. 9 months ago
games spelletjes 9 months ago
She’s coming. Ze komt eraan. 9 months ago
Where is he? Waar is hij? 9 months ago
This is my house. Dit is mijn huis. 9 months ago
I want to go home. Ik wil naar huis. 9 months ago
I forgot to take my medication. Ik ben vergeten mijn geneesmiddel in te nemen. 9 months ago
What do you want to eat? Wat wil je eten? 9 months ago
Would you like coffee or tea? Wilt u koffie of thee? 9 months ago
He drinks coffee every morning. Hij drinkt elke ochtend koffie. 9 months ago
Are you free? Ben je vrij? 9 months 1 week ago
There are two cats in the house. Er zijn twee katten in huis. 9 months 1 week ago
Children love to sing. Kinderen houden van zingen. 9 months 1 week ago
This house has three rooms. Dit huis heeft drie kamers. 9 months 1 week ago
She was already asleep. Ze sliep al. 9 months 1 week ago
They were not home. Ze waren niet thuis. 9 months 1 week ago
I like to eat fish. Ik eet graag vis. 9 months 1 week ago
Where is the school? Waar is de school? 9 months 1 week ago
I have to go back and visit my family. Ik moet teruggaan en mijn familie bezoeken. 9 months 1 week ago
to go back teruggaan 9 months 1 week ago
Does he have a chance of winning the election? Heeft hij een kans om de verkiezingen te winnen? 9 months 1 week ago
good knap 9 months 2 weeks ago
I think it’s so great that you often think of everything. Ik vind het zo knap dat je vaak aan alles denkt. 9 months 2 weeks ago
cycled fietste 9 months 2 weeks ago
I used to cycle to school often. Vroeger fietste ik vaak naar school. 9 months 2 weeks ago
I am from the Netherlands. Ik kom uit Nederland. 9 months 2 weeks ago
The operation went well. De operatie is goed verlopen. 9 months 2 weeks ago
operation operatie 9 months 2 weeks ago