Understand spoken Dutch

Recent Additions

Recording English Dutch Time ago created Learn
I learned French. Ik heb Frans geleerd. 3 months 4 weeks ago
I’m out of practice. Ik ben uit de praktijk. 3 months 4 weeks ago
Don’t be selfish. Wees niet egoïstisch. 3 months 4 weeks ago
Can I stay? Kan ik blijven? 3 months 4 weeks ago
You’re crazy! Je bent gek! 3 months 4 weeks ago
is it that Is het dat 3 months 4 weeks ago
is it Is het het dan 3 months 4 weeks ago
I’d like to go to Boston someday. Ik zou graag ooit naar Boston gaan. 3 months 4 weeks ago
Get ready. Maak je klaar. 3 months 4 weeks ago
You might try that. Misschien probeer je dat. 3 months 4 weeks ago
I became a director. Ik werd regisseur. 3 months 4 weeks ago
Stay in bed. Blijf in bed. 3 months 4 weeks ago
I had a hectic week. Ik had een hectische week. 3 months 4 weeks ago
Tom doesn’t know when Mary will leave Boston. Tom weet niet wanneer Mary Boston verlaat. 3 months 4 weeks ago
I’m lucky. Ik heb geluk. 3 months 4 weeks ago
lucky gelukkig 3 months 4 weeks ago
will leave zal vertrekken 3 months 4 weeks ago
hectic hectisch 3 months 4 weeks ago
prepare voorbereiden 3 months 4 weeks ago
I survived. Ik heb het overleefd. 3 months 4 weeks ago
They’re firing at us. Ze schieten op ons af. 3 months 4 weeks ago
I almost forgot. Ik ben het bijna vergeten. 3 months 4 weeks ago
Tom doesn’t know Mary is in Boston. Tom weet niet dat Mary in Boston is. 3 months 4 weeks ago
She first met him in Boston. Ze ontmoette hem voor het eerst in Boston. 3 months 4 weeks ago
My future is closely bound up with the finances of my firm. Mijn toekomst is nauw verbonden met de financiën van mijn bedrijf. 3 months 4 weeks ago
I like to play golf. Ik speel graag golf. 3 months 4 weeks ago
The conflict between blacks and whites in the city became worse. Het conflict tussen zwarten en blanken in de stad werd erger. 3 months 4 weeks ago
I like your car. Ik hou van je auto. 3 months 4 weeks ago
got worse werd erger 3 months 4 weeks ago
linked gekoppeld 3 months 4 weeks ago
I bet you know French. Ik wed dat je Frans kent. 3 months 4 weeks ago
She stopped talking. Ze stopte met praten. 3 months 4 weeks ago
Mull it over. Mul het over. 3 months 4 weeks ago
You should stay. Je zou moeten blijven. 3 months 4 weeks ago
She didn’t want to sell the book. Ze wilde het boek niet verkopen. 3 months 4 weeks ago
My father works for a bank. Mijn vader werkt voor een bank. 3 months 4 weeks ago
She had gone to bed. Ze was naar bed gegaan. 3 months 4 weeks ago
This hat is too small for you. Deze hoed is te klein voor jou. 3 months 4 weeks ago
desired gewenst 3 months 4 weeks ago
Where did you go last Sunday? Waar ben je afgelopen zondag heen gebracht? 3 months 4 weeks ago