"you (formal)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I hope you have a speedy recovery.	Ik hoop dat u een spoedig herstel heeft.
	I need you to urinate in this cup.	Ik moet u vragen om in deze beker te plassen.
	Can you wake me at 7 a.m.?	Kunt u mij wekken om zeven uur ’s morgens?
	You may not judge the servant of another person.	U mag de bediende van een ander niet beoordelen.
	For this property, you have to pay a property tax.	Voor dit eigendom moet u onroerende voorheffing betalen.
	I adore you.	Ik aanbid u.
	Do you have any snacks?	Heeft u snacks?
	I’m not avoiding you.	Ik vermijd u niet.
	Where are you going Sir?	Waar gaat u heen, meneer?
	Do you serve alcohol?	Serveert u alcohol?
	Can you prove it?	Kunt u dat bewijzen?
	Did you see your attacker?	Hebt u uw belager gezien?
	Do you have difficulty urinating?	Heeft u moeite met plassen?
	Is there table service?	Heeft u bediening aan tafel?
	Do you have grandchildren?	Heeft u kleinkinderen?
	Can you suggest another hotel?	Kan u mij een ander hotel aanraden?
	Can you recommend another hotel?	Kan u mij een ander hotel aanraden?
	before going on holiday in Spain	voordat u op vakantie gaat naar Spanje
	They are trying to drive a wedge between you and us.	Zij proberen een wig tussen u en ons te drijven.
	Do you ship overseas?	Doet u leveringen naar het buitenland?