Understand spoken Dutch

"you (formal)" Practice Dutch lesson

Recording English Sort descending Dutch Status
Please clear the plates.

Kan u afruimen.

thank you

dank u wel

The back of this newspaper has everything to seduce you.

De achterzijde van deze krant heeft alles om u te verleiden.

then watch out that you don’t devour each other

kijk dan maar uit dat u elkaar niet verslindt

They are trying to drive a wedge between you and us.

Zij proberen een wig tussen u en ons te drijven.

What are you interested in?

Waar bent u in geïnteresseerd?

What is your address? (formal)

Op welk adres woont u?

What languages do you speak? (formal)

Welke talen spreekt u?

What time do you start work?

Hoe laat begint u met werken?

What’s your name? (formal)

Hoe heet u?

When renting or letting a property, you are legally obliged to have a description of the building drawn up.

Bij het huren of verhuren van een pand bent u wettelijk verplicht om van het gebouw een plaatsbeschrijving te laten opstellen.

Where are you from? (formal)

Waar komt u vandaan?

Where are you taking me?

Waar brengt u me heen?

Where do you live? (formal)

Waar woont u?

Yes sir, which bus do you mean?

Ja meneer, welke bus bedoelt u?

You are not allowed to have sexual intercourse with your daughter-in-law.

U mag geen geslachtsgemeenschap hebben met uw schoondochter.

you have rejected us

u hebt ons verstoten

You may not judge the servant of another person.

U mag de bediende van een ander niet beoordelen.

You were shy.

U was verlegen.

You will find here your new sticky labels.

U vindt hierbij uw nieuwe kleefbriefjes.