Lingopolo

Understand spoken Dutch

Words Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	himself	zichzelf
	fries	frietjes
	warrior	strijder
	generally	algemeen
	to swirl	wervelen
	to govern	besturen
	to amaze	verbazen
	to require	vereisen
	to spread	strooien
	where to	waarheen
	biggest	grootste
	tablespoon	eetlepel
	object	voorwerp
	Father Christmas	Kerstman
	to console	troosten
	oneself	zichzelf
	favorite	favoriet
	nearby	dichtbij
	to pass	passeren
	spelling	spelling