De volgende dag was het mooi, heerlijk weer; de zon scheen op alle groene bladeren.
Het was heerlijk buiten op het land.
Ja, het was werkelijk heerlijk daar buiten op het land!
O, hier was het zo schoon, zo heerlijk.
Al de ramen waren helder verlicht, en het rook heerlijk naar ganzengebraad
daarop stond prachtig porseleinen vaatwerk, en heerlijk dampte de gebraden gans, die met appelen en gedroogde pruimen opgevuld was.
Het is heerlijk om te worden geprezen door een deskundige op het gebied.