Understand spoken Dutch

"What kind of things do you do in your free time?" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	in	in
	you (singular)	je
	what	wat
	your (informal; short form)	je
	time	tijd
	do	doe
	kind (type)	soort
	things	dingen
	free (inflected form)	vrije
	What kind of things do you do in your free time?	Wat soort dingen doe je in je vrije tijd?