Weapons 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the shield	het schild
	I need a shield.	Ik heb een schild nodig.
	tortoise	schildpad
	the bow	de boog
	rainbow	regenboog
	a new weapon	een nieuw wapen
	Armistice Day	Wapenstilstand
	weapon of war	oorlogswapen
	the axe	de bijl
	the arrow	de pijl
	bow and arrow	pijl en boog
	the shackles	de boeien
	the sword	het zwaard
	old metal shackles	oude metalen boeien
	axe murderer	bijlmoordenaar
	He has a gun.	Hij heeft een pistool.
	the prisoner's shackles	de boeien van de gevangene
	I don’t really have a gun.	Ik heb eigenlijk geen pistool.
	a shooting	een schietpartij
	a new shooting	een nieuwe schietpartij