Understand spoken Dutch

"was" Practice Dutch lesson

Recording English Sort ascending Dutch Status
The toll of the pandemic was heavy.

De tol van de pandemie was zwaar.

The sea was very smooth.

De zee was erg glad.

The road was completely blocked.

De weg was volledig versperd.

The preparation was an organizational and logistical feat.

De voorbereiding was een organisatorisch en logistiek huzarenstuk.

The next day it was beautiful, wonderful weather; the sun shone on all the green leaves.

De volgende dag was het mooi, heerlijk weer; de zon scheen op alle groene bladeren.

The king was furious and sent him to the torture chamber.

De koning was woedend en stuurde hem naar de folterkamer.

The gun was the police’s sole lead for solving the crime.

Het pistool was het enige aanknopingspunt van de politie voor het oplossen van het misdrijf.

The exhibition was very interesting.

De tentoonstelling was erg interessant.

The estimate was a complete shock!

De schatting was een complete schok!

The child sat in the stiffness of death whilst holding the matches, of which one box was burnt.

Verstijfd zat het kind daar met de lucifers, waarvan een doosje geheel opgebrand was.

The cat was dead.

De kat was dood.

That wasn’t a hard call to make.

Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.

That was the high point of my day.

Dat was het hoogtepunt van mijn dag.

That was not my intention.

Dat was niet mijn bedoeling.

That was my job.

Dat was mijn werk.

That was my department.

Dat was mijn afdeling.

That was already there.

Dat was al daar.

That was a lie.

Dat was gelogen.

That was a fright for the poor duckling.

Dat was een schrik voor het arme eendje.

That was a difficult test.

Dat was een moeilijke test.