Het was het enige ding dat ik kon doen.
het was de laatste avond van het jaar.
Het was snerpend koud, het sneeuwde en begon al donker te worden.
Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.
het was treurig, omdat het er lelijk uitzag en door al de anderen bespot werd
het was treurig
het was overgelukkig, maar volstrekt niet trots
Het was leuk in Boston.
Het was liefde op het eerste gezicht.
Het was onmogelijk om een laptop met de twee aansluitingen te vinden.
’t Was gelukkig, dat de deur openstond en dat het tussen de takken in de vers gevallen sneeuw kon sluipen
Het was heel lekker.
Het was koud, snerpend koud.
Het was aangekondigd.
Het was allemaal een grote, zalige waas.
het was een wonderbaar lichtje!
Het was een warme, heldere vlam, als een lichtje, toen zij er haar handen bovenhield;
Het was een tumor op de linker bovenkwab van mijn long.
Het was een prinses, die buiten voor de poort stond.
Het was een misverstand.