Lingopolo

Understand spoken Dutch

Verbs (simple past) Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	complained	klaagden
	played	speelden
	were leaving	weggingen
	looked forward to	verheugde
	listened	luisterde
	flared up	oplaaiden
	slithered	glibberde
	giggled	giechelde
	interrupted	onderbrak
	greeted	begroette
	cornered	klemreden
	amounted to	bedroegen
	hid	verstopte
	set up	opgericht
	aspired	ambieerde
	walked	wandelden
	attempted	trachtten
	offended	beledigde
	straalden	straalden
	blinked	knipperde