Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
Parts of speech Dutch Courses
Verbs (simple past) Courses
Verbs (simple past) 28 Course
Verbs (simple past) 28 Examples Lesson
Verbs (simple past) 28 Examples Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Recording
English
Dutch
Status
He muddled his sentences.
Hij verhaspelde zijn zinnen.
I’m glad you invited me.
Ik ben blij dat je me uitgenodigd hebt.
The turbulent sea frightened the children.
De woelige zee beangstigde de kinderen.
She removed the wrapper from the chocolate bar.
Ze verwijderde de wikkel van de chocoladereep.
The answer to the question is still missing.
Het antwoord op de vraag is nog steeds uitgebleven.
Her repentance inspired others to change as well.
Haar inkeer inspireerde anderen om ook te veranderen.
The spotlights illuminated the stage during the concert.
De schijnwerpers verlichtten het podium tijdens het concert.
The prosecutor’s plea convinced the jury of the defendant’s guilt.
Het pleidooi van de aanklager overtuigde de jury van de schuld van de verdachte.
Make sure that all items in the menu are marked as completed.
Zorg dat alle onderdelen uit het menu zijn gemarkeerd als afgerond.