Het vroor, dat het kraakte
Yanni vertrok meteen op het werk.
En zo begaven zij zich naar de eendenkooi.
De student vertrok zonder iets te zeggen.
Als God niet bestond, zouden we hem moeten verzinnen.
Nu klapte hij met zijn vleugels, richtte zijn slanke hals op en jubelde van ganser harte
Nu erkende het eerst recht zijn geluk en de heerlijkheid, die hem omringde.
Het arme beest wist niet, hoe die vogels heetten, ook niet, waar zij naar toe vlogen
Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer!