Staat de deur open?
Maar dat doet er niet toe!
ik liep
jij liep
hij liep
Tom zal te laat zijn.
Hoe laat?
Je bent laat.
Hoe laat is het?
Hoe laat gaat het open?
Hoe laat is het avondeten?
Wat doet Jan hier?
Waar woont u?
Tom woont in het hart van de stad.
Het doet nog steeds pijn.
Weet je toevallig waar ze woont?
Hoe maakt men brood?
Hoe laat gaat het dicht?
Wat zegt u?