Verbs (Present tense, 3rd person plural) 5 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	We are learning a language.	Wij leren een taal.
	My shoes squeak.	Mijn schoenen piepen.
	Even men sometimes cry.	Zelfs mannen huilen soms.
	I have to just take the train.	Ik moet gewoon de trein nemen.
	Are you checking the result?	Polsen jullie het resultaat?
	They point out the obstacles along the way.	Ze duiden de obstakels onderweg aan.
	We hope many of you will come.	We hopen dat veel van jullie zullen komen.
	When the cat’s away, the mice will play.	Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
	The foster parents care lovingly for the child.	De pleegouders zorgen liefdevol voor het kind.
	The discrepancies in the data may indicate measurement errors.	De afwijkingen in de data wijzen mogelijk op meetfouten.