ik moet
hij moet
ik zal
Ik kan het niet met je eens zijn.
u bent
als je goed bent
Hoe gaat het?
Hoe gaat het met je?
Gaat het goed met je?
Heb je al kinderen?
jij moet
jij bent
Mag ik wat meer?
Niemand weet hoe lang hij zal leven.
Ik kan dit alleen.
Weet je hoe ik daar kan komen?
Hoe gaat het met je vader?
Tom zal me dat nooit laten doen.
Welke bus moet ik dan hebben?
Ik heb nu tijd.