Verbs (past participle) 13 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I liked the French course.	De cursus Frans beviel me.
	Jesus is mentioned in the Koran.	Jezus wordt vermeld in de Koran.
	He had never looked so disturbed.	Hij had er nog nooit zó gestoord uitgezien.
	I have inherited a significant fortune.	Ik heb een aanzienlijk vermogen geërfd.
	A closed fist can indicate stress.	Een gebalde vuist kan stress aanduiden.
	We have decided to ask for clarification.	We hebben beslist om opheldering te vragen.
	The population is counted during the census.	Tijdens de volkstelling wordt de bevolking geteld.
	I waited for Tom for three hours, but he never showed up.	Ik heb drie uur op Tom gewacht maar hij liet zich niet zien.