Verbs (infinitives) 14 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to enjoy (long form)	te genieten
	to resolve (long form)	te oplossen
	to recognise (long form)	te erkennen
	to meet (long form)	te ontmoeten
	to hide (long form)	te verbergen
	to improve (long form)	te verbeteren
	to drown (long form)	te verdrinken
	I want to enjoy it.	Ik wil ervan genieten.
	to remove (long form)	te verwijderen
	Can you change some money?	Kan u geld wisselen?
	Tom will improve.	Tom zal verbeteren.
	I must hide.	Ik moet me verbergen.
	drowning	aan het verdrinken
	Where can I get money changed?	Waar kan ik geld wisselen?
	Is this some kind of joke?	Moet dit een grap voorstellen?
	She wasn’t able to meet him.	Ze kon hem niet ontmoeten.
	What would you propose?	Wat zou jij voorstellen?
	You must acknowledge the truth.	Je moet de waarheid erkennen.
	We don’t meet anyone by chance.	We ontmoeten niemand toevallig.
	Is that supposed to be a question?	Moet dat een vraag voorstellen?