Verbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
Recording	EnglishThe hole is two meters wide.	DutchHet gat is twee meter breed.	Status
Recording	EnglishI need some shampoo.	DutchIk heb wat shampoo nodig.	Status
Recording	EnglishPieter interrupted him	DutchPieter viel hem in de rede	Status
Recording	EnglishI have worked with the cash register.	DutchIk heb met de kassa gewerkt.	Status
Recording	EnglishThe Alps are a mountain range.	DutchDe Alpen zijn een gebergte.	Status
Recording	EnglishHe has a body piercing.	DutchHij heeft een piercing.	Status
Recording	EnglishI haven’t done anything wrong.	DutchIk heb niks verkeerd gedaan.	Status
Recording	EnglishI need some tampons.	DutchIk heb wat tampons nodig.	Status
Recording	Englishrepeat password	Dutchherhaal wachtwoord	Status
Recording	English“That’s not possible,“ said the duckling’s mother; “It is not beautiful, but it has a good heart and swims just as good as the others, yes, I must say, even better.	Dutch“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.	Status
Recording	EnglishDoes the room come with bedsheets?	DutchZijn er lakens in de kamer?	Status
Recording	EnglishDid you see your attacker?	DutchHebt u uw belager gezien?	Status
Recording	Englishto do housework	Dutchhet huishouden doen	Status
Recording	EnglishEven on TV there’s racism.	DutchZelfs op TV is er racisme.	Status
Recording	EnglishYanni is emotional.	DutchYanni is emotioneel.	Status
Recording	EnglishTom struggled frantically.	DutchTom worstelde heftig.	Status
Recording	EnglishHe grabbed me by the collar.	DutchHij greep me bij mijn kraag.	Status
Recording	EnglishI love growing tomatoes.	DutchIk hou van tomaten kweken.	Status
Recording	EnglishShe just left.	DutchZe is net vertrokken.	Status
Recording	EnglishPlease forgive me.	DutchVergeef me alsjeblieft.	Status