Understand spoken Dutch

Verbs Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Are you allergic to this medicine? Bent u allergisch voor dit geneesmiddel?
I know that they serve God with great devotion. Ik weet dat zij met veel toewijding God dienen.
The plan hasn’t been approved yet. Het plan is nog niet goedgekeurd.
The violin, the piano, and the harp are musical instruments. De viool, de piano en de harp zijn muziekinstrumenten.
The violin is a string instrument with four strings. De viool is een snaarinstrument met vier snaren.
Where is an ATM? Waar vind ik een geldautomaat?
Are there any tourists here this evening, by any chance? Zijn er hier vanavond toevallig toeristen?
I need a toothbrush. Ik heb een tandenborstel nodig.
What does John do in the furniture factory? Wat doet Jan in de meubelfabriek?
We have lunch at around three o’clock in the afternoon. Omstreeks drie uur in de middag gaan we lunchen.
I know my daughter better than anybody else. Ik ken mijn dochter beter dan wie dan ook.
I wish you had called ahead. Ik wou dat je van tevoren had gebeld.
I know that I have to improve my Dutch. Ik weet dat ik mijn Nederlands moet verbeteren.
I wonder whether Tom is colorblind. Ik vraag me af of Tom kleurenblind is.
Tom’s drowning. Tom is aan het verdrinken.
Tom and I haven’t talked in years. Tom en ik hebben elkaar al jaren niet gesproken.
Believe me, it is a turkey egg! Geloof mij, het is een kalkoenenei!
Is there an ATM around here? Is er een geldautomaat in de buurt?
A fool and his money are soon parted. Een dwaas en zijn geld worden snel gescheiden.
Let’s figure out a better way to do this. Laten we een betere manier verzinnen om dit te doen.