Waarom vloekt u?
Je moet je haar nog kammen.
De cursus Frans beviel me.
Tom stelde me allerlei vragen.
ze kletst je de oren van het hoofd
Ze danste uitbundig op de muziek.
Zonder inspanning behaal je niets.
De pleegouders zorgen liefdevol voor het kind.
‘Schiet!’ beval Elisa en de koning liet de pees van de boog los.