Verbs (all parts) 58 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to pole dance	paaldansen
	to glue (long form)	te lijmen
	to notice (long form)	te merken
	to throw (long form)	te gooien
	to break (long form)	te breken
	I promise you that you are safe.	Ik beloof je dat je veilig bent.
	The trees provide shelter from the sun.	De bomen bieden beschutting tegen de zon.
	The foster parents provide a safe home environment.	De pleegouders bieden een veilige thuisomgeving.
	One of them fell down and formed a bright streak of fire.	één daarvan viel naar beneden en vormde een lange, vurige streek.
	The storm roared around the duckling so bad that it had to sit down so it would not blow over.	De storm gierde zo verschrikkelijk om het eendje heen, dat het moest gaan zitten, om niet omver te waaien.