Verbs (all parts) 57 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He wants to learn to cook.	Hij wil leren koken.
	I had no idea that you could cook so well.	Ik wist niet dat je zo goed kon koken.
	to forge (long form)	te smeden
	Donate blood.	Schenk bloed.
	One learns by doing.	Al doende leert men.
	You learn by doing.	Al doende leert men.
	He grabbed me by the collar.	Hij greep me bij mijn kraag.
	Some men wear jewelry.	Sommige mannen dragen sieraden.
	A lot of kids wear jeans.	Veel kinderen dragen een spijkerbroek.
	Don’t pay any attention to what your father says.	Schenk geen aandacht aan wat je vader zegt.
	He grabbed the chance to get a job.	Hij greep de gelegenheid aan om werk te krijgen.
	You have nothing else to do, therefore you have foolish fancies.	Je hebt niets uit te voeren, en daarom verzin je allerlei dwaasheden
	the wind tore them off, so they danced around, and up in the air it was ice cold	de wind rukte ze af, zodat zij in de rondte dansten, en boven in de lucht was het snerpend koud