Verbs (all parts) 48 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to resolve (long form)	te oplossen
	I must hide.	Ik moet me verbergen.
	Tom wasn’t able to hide his excitement.	Tom kon zijn opwinding niet verbergen.
	to thank (long form)	te bedanken
	to approach (long form)	te benaderen
	accept each other	aanvaard elkaar
	I can switch.	Ik kan schakelen.
	She wants to switch.	Zij wil schakelen.
	development processes	ontwikkelprocessen
	I can’t stand you.	Ik kan je niet verdragen.
	Switching is important.	Schakelen is belangrijk.
	Tom can’t bear it.	Tom kan het niet verdragen.
	This misery is more than I can bear.	Dit is meer ellende dan ik kan verdragen.
	I accept the Terms of Sale.	Ik aanvaard de Verkoopsvoorwaarden.
	I want to thank you for what you did for Tom.	Ik wil jullie graag bedanken voor hetgeen jullie voor Tom hebben gedaan.
	During driving lessons, he learned to maintain the correct distance to the vehicle in front.	Tijdens de rijles leerde hij de juiste volgafstand tot zijn voorligger te behouden.
	municipal authorities	gemeentebesturen
	She doesn’t know how to drive a car.	Zij weet niet hoe ze een auto moet besturen.