Verbs (all parts) 37 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to bore (long form)	te vervelen
	Tom disappeared.	Tom verdween.
	Can you change some money?	Kan u geld wisselen?
	The war ended.	De oorlog eindigde.
	How do you spell that?	Hoe schrijft men dat?
	She writes beautifully.	Ze schrijft prachtig.
	Tom writes beautifully.	Tom schrijft prachtig.
	He tried to stand up.	Hij trachtte op te staan.
	Where can I get money changed?	Waar kan ik geld wisselen?
	I tried not to laugh.	Ik trachtte niet te lachen.
	Tom talked to the press.	Tom heeft met de pers gesproken.
	When does the bus for Brussels leave?	Wanneer vertrekt de bus naar Brussel?
	When does the train for Brussels leave?	Wanneer vertrekt de trein naar Brussel?
	when you need to speak French	wanneer er Frans gesproken moet worden
	Lock the door before you leave.	Doe de deur op slot vooraleer je vertrekt.
	Tom and I haven’t talked in years.	Tom en ik hebben elkaar al jaren niet gesproken.
	I tried to find out how many people really live in this town.	Ik trachtte te weten te komen hoeveel mensen er echt wonen in deze stad.