De hond at de taart.
Hij spot altijd met de anderen.
Hou je van varkensvlees?
Hou je van vis?
Ik rij snel.
Ik sta achter hem.
Leg het boek terug waar je het gevonden hebt.
Rij langzaam.
rijles
Spot niet met vreemdelingen.
Sta vroeg op.
Tom brak zijn nek.
Van welke muziek hou je?
wenskaart