Verbs (all parts) 20 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I found the book by chance.	Ik heb toevallig het boek gevonden.
	We didn’t find anything to eat.	We hebben niets gevonden om te eten.
	I found one of my shoes under my bed, but I can’t find the other one.	Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.
	to fail (long form)	te falen
	Tom will fail.	Tom zal falen.
	How much is this?	Hoeveel kost dit?
	We’ll fail.	We zullen falen.
	Can we see the menu?	Mogen we het menu zien?
	We will not fail.	We zullen niet falen.
	We can’t fail again.	We kunnen niet weer falen.
	Tom seemed to want me to fail.	Tom leek te willen dat ik zou falen.
	How much does it cost to get to Brussels?	Wat kost het om naar Brussel te gaan?
	How much is a single room?	Hoeveel kost een eenpersoonskamer?
	How much is a double room?	Hoeveel kost een tweepersoonskamer?