Verbs (all parts) 137 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I want to check out.	Ik wil vertrekken.
	no more delay	niet meer uitstellen
	the torches were blown out	de toortsen waren uitgewaaid
	I don’t want to continue pressing the issue.	Ik wil niet blijven aandringen.
	I’ve never played football before.	Ik heb nooit eerder gevoetbald.
	Tom never doubted you.	Tom heeft nooit aan je getwijfeld.
	Who stands to benefit most?	Wie zou er het meest van profiteren?
	A large pillar obstructs the view of the lake.	Een grote zuil verhindert het zicht op het meer.
	Even if you’re tired, you must persevere.	Zelfs als je moe bent, moet je doorzetten.