Verbs (all parts) 12 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	High five!	Geef me de vijf!
	Don’t give me that.	Geef me dat niet.
	I took	ik nam
	Make a hole!	Maak een gat!
	wonder	vraag me af
	survey	rondvraag
	I like that.	Ik vind dat leuk.
	Can Tom hear us?	Kan Tom ons horen?
	to tell (long form)	te vertellen
	I can’t hear you.	Ik kan je niet horen.
	I like maths.	Ik vind wiskunde leuk.
	Don’t ask how I know that.	Vraag niet hoe ik dat weet.
	I’m used to this sort of thing.	Ik ben aan zoiets gewend.
	I like to solve problems.	Ik vind het leuk om problemen op te lossen.
	I have something that I need to tell you.	Ik moet je iets vertellen.
	Tom says he can’t hear anything.	Tom zegt dat hij niets kan horen.
	She is used to staying up late.	Zij is gewend laat op te blijven.
	I won’t tell anyone.	Ik zal het niemand vertellen.
	You must tell me. (you plural)	Jullie moeten het me vertellen.
	Can you tell us more about your company?	Kan je ons meer vertellen over je bedrijf?