Towns, Cities, Regions 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	ls she going to Paris?	Gaat ze naar Parijs?
	Paris is in the north.	Parijs ligt in het noorden.
	Would you go to Boston if you had the chance to?	Zou je naar Boston gaan als je de kans had?
	There are too many cars in the big cities.	Er zijn te veel wagens in de grote steden.
	I’ll be flying to Boston.	Ik ga naar Boston vliegen.
	I live in Paris, in France.	Ik woon in Parijs, in Frankrijk.
	Tom doesn’t know Mary is in Boston.	Tom weet niet dat Mary in Boston is.
	One ticket to Paris, please.	Een ticket naar Parijs, alstublieft.
	How much does a ticket to London cost?	Hoeveel kost een ticket naar Londen?
	A ticket to London please.	Een ticket naar Londen alstublieft.
	How much is a ticket to Paris?	Hoeveel kost een ticket naar Parijs?
	Does this bus stop in Brussels?	Stopt deze bus in Brussel?
	Does this train stop in Brussels?	Stopt deze trein in Brussel?
	I lived in Boston three years ago.	Ik woonde drie jaar geleden in Boston.
	Paris suits me just fine.	Parijs bevalt mij prima.
	London is an English city.	Londen is een Engelse stad.
	She first met him in Boston.	Ze ontmoette hem voor het eerst in Boston.
	All of my brothers and sisters were born in Boston.	Al mijn broers en zussen zijn in Boston geboren.
	He destroyed cities and farms in his path.	Hij verwoestte steden en boerderijen op zijn pad.
	the Alps	de Alpen