Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"tomorrow" Practice Lesson
"tomorrow" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
tomorrow
morgen
See you tomorrow.
Tot morgen.
for tomorrow
voor morgen
the day after tomorrow
overmorgen
tomorrow evening
morgenavond
It’s for tomorrow.
Het is voor morgen.
What day is it tomorrow?
Welke dag is het morgen?
See you tomorrow in the office.
Tot morgen op kantoor.
If today is Saturday, tomorrow is Sunday.
Als het vandaag zaterdag is, is het morgen zondag.
Wait until tomorrow.
Wacht tot morgen.
If today is Sunday, tomorrow is Monday.
Als het vandaag zondag is, is het morgen maandag.
If today is Friday, tomorrow is Saturday.
Als het vandaag vrijdag is, is het morgen zaterdag.
I’m going shopping tomorrow.
Ik ga morgen winkelen.
I want to go to sleep tomorrow.
Ik wil morgen gaan slapen.
Tom is going shopping tomorrow.
Tom gaat morgen winkelen.
If today is Monday, tomorrow is Tuesday.
Als het vandaag maandag is, is het morgen dinsdag.
If today is Tuesday, tomorrow is Wednesday.
Als het vandaag dinsdag is, is het morgen woensdag.
If today is Wednesday, tomorrow is Thursday.
Als het vandaag woensdag is, is het morgen donderdag.
If today is Thursday, tomorrow is Friday.
Als het vandaag donderdag is, is het morgen vrijdag.
Will you be leaving tomorrow?
Ga je morgen vertrekken?
Pagination
Current page
1
Page
2
Next page
Next ›
Last page
Last »