De ramen moeten dicht blijven.
gezond blijven
Het leger moet waakzaam en paraat blijven.
Het liep over veld en weiden; maar er woei zulk een hevige storm, dat het werk had om op zijn poten te blijven staan.
Ik wil niet alleen blijven met Tom.
Ik wil niet blijven aandringen.
in vorm blijven
Je moet goed eten om gezond te blijven.
thuis blijven
Uiteraard moet een knuffel mogelijk blijven.
“Ik zal er toch nog een beetje op blijven zitten,” antwoordde de eend; “ik heb er nu al zo lang op gezeten, en dus kan ik er nog wel een paar dagen op zitten!”