Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"to see" Practice Lesson
"to see" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
to see
zien
to see
(long form)
te zien
Can I see the room?
Mag ik de kamer zien?
She could see into the room.
Zij kon in de kamer zien.
I’m going to see you.
Ik ga je zien.
Let me see.
Laat me eens zien.
Let me see the egg!
Laat mij het ei eens zien!
I would like to see that.
Ik zou dat wel eens willen zien.
I would like to see her every day.
Ik zou haar elke dag willen zien.
Can I see in the kitchen?
Mag ik de keuken zien?
May I see the room first?
Mag ik de kamer eerst zien?
Owls can see in the dark.
Uilen kunnen in het donker zien.
We can see many stars tonight.
We kunnen veel sterren zien deze nacht.
She wants to see a certain film.
Ze wil een bepaalde film zien.
Can we see the wine list?
Mogen we de wijnkaart zien?
Could I see a menu?
Mag ik een menu zien?
Can we see the menu?
Mogen we het menu zien?
showed his sharp teeth and
liet het zijn scherpe tanden zien en
to see again
opnieuw zien
I need to see that report today.
Ik moet dat rapport vandaag zien.
Pagination
Current page
1
Page
2
Next page
Next ›
Last page
Last »