"them" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	What should I tell them?	Wat moet ik ze vertellen?
	Don’t leave them alone.	Laat ze niet alleen.
	Is someone going to show them to me?	Zal iemand ze mij laten zien?
	I will fill them in now.	Ik zal ze nu invullen.
	I will fill them in today.	Ik zal ze vandaag invullen.
	I will fill them in tomorrow evening	ik zal ze morgenavond invullen
	she now saw them like stars in the sky	zij zag ze nu als sterren aan den hemel
	She will fill them out straight away.	Zij zal ze meteen invullen.
	I hate them.	Ik haat ze.
	I will fill them in at noon.	Ik zal ze ’s middags invullen.
	Why do you keep confusing them?	Waarom haal je ze telkens door elkaar?
	I’ll buy them both.	Ik koop ze allebei.
	I hope to fill them in straight away.	Ik hoop ze meteen in te vullen.
	He is going to fill them in straight away.	Hij gaat ze meteen invullen.
	Yes, l’Il fill them out right away.	Ja, ik zal ze meteen invullen.
	The Christmas lights shone higher and higher: she now saw them like stars in the sky.	De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger: zij zag ze nu als sterren aan den hemel.
	I will fill them in at eight o’clock.	Ik vul ze om acht uur in.
	I will fill them in this evening.	Ik zal ze vanavond invullen.
	the wind tore them off, so they danced around, and up in the air it was ice cold	de wind rukte ze af, zodat zij in de rondte dansten, en boven in de lucht was het snerpend koud
	We will fill them out straight away.	Wij vullen ze direct in.