dat dorp van toen, het is voorbij
de boerenkind’ren in de klas
de dorpsjeugd klit wat bij elkaar
de hoge bomen nog zag staan
de nieuwe tijd, net wat u zegt
dit dorp, ik weet nog hoe het was
dit is al wat er bleef voor mij
een ansicht en herinneringen
een kar die ratelt op de keien
een kroeg, een juffrouw op de fiets
een slagerij J. van der Ven
een zandweg tussen koren door
en d’r dressoir met plastic rozen
en joelt wat mee met beat-muziek
en langs het tuinpad van m’n vader zag ik de hoge bomen staan
en nou zijn ze op de goeie weg
en wonen in betonnen dozen
Het Dorp (Wim Sonneveld)
het dorp is gemoderniseerd
het raadhuis met een pomp ervoor