Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"The bus stop (dialogue)" Practice Lesson
"The bus stop (dialogue)" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
Then it does not matter.
Dan maakt het niet uit.
Which bus should I take then?
Welke bus moet ik dan hebben?
Oh, good!
Mooi zo.
Do you know how long the trip takes?
Weet u hoe lang het rijden is?
Oh, I don’t know.
O, dat weet ik niet.
Oh, look, there comes the bus!
O, kijk, daar komt de bus al aan!
Not much longer.
Niet veel langer.
It was a pleasure and have a good trip!
Graag gedaan en nog een goede reis!
Line twelve or line five?
Lijn twaalf of lijn vijf?
Thanks very much.
Dank u wel, hoor.
I think a quarter of an hour.
Ik denk een kwartier.
Both of them stop there.
Ze stoppen daar allebei.
Yes sir, which bus do you mean?
Ja meneer, welke bus bedoelt u?
I need to go to Spijkenisse
Ik moet naar Spijkenisse.
Hello, madam, do you know when the bus is coming?
Dag, mevrouw, weet u soms wanneer de bus komt?
Bert walks up to a bus stop and sees another traveler standing there.
Bert loopt naar een bushalte en ziet daar een andere reiziger staan.
Line twelve only comes in half an hour, but line five should be here in three minutes.
Lijn twaalf komt pas over een half uur, maar lijn vijf zou hier over drie minuten moeten zijn.