"sat (plural)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	sat (plural)	zaten
	We happened to be on the same train.	We zaten toevallig in dezelfde trein.
	We were sitting on the couch.	Wij zaten op de bank.
	the clouds were full of hail and snow	de wolken zaten vol hagel en sneeuw
	In this foreign country, people at the bus stop were calmly waiting for the bus, sitting on their haunches.	In dit vreemde land zaten de mensen op de bushalte rustig op hun hurken op de bus te wachten.
	A great hunt was held; the hunters lay around the swamp; yes, some sat up in the branches of the trees, which stretched far over the reed.	Er werd een grote jacht gehouden; de jagers lagen rondom het moeras; ja, enigen zaten boven in de takken der boomen, die zich ver over het riet uitstrekten.
	We sat in total silence.	We zaten in doodse stilte.