Niemand weet hoe lang hij zal leven.
Er is niemand thuis.
Iedereen gaat.
het eens zijn met iemand
Is dat jouw moeder?
Iedereen zou dit kunnen.
half één
half twee
half vijf
een half uur
voor half acht
tien over half zes
vijf voor half drie
tien over half negen
vijf voor half zeven