Prepositions Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Splash! there she jumped into the water.	Plof! daar sprong zij in het water.
	Be polite to everyone.	Wees tegen iedereen beleefd.
	Be polite to your parents.	Wees beleefd tegen je ouders.
	They came to an arrangement.	Ze kwamen tot een schikking.
	When are we going to the beach?	Wanneer gaan we naar het strand?
	He felt a wave of excitement.	Hij voelde een golf van opwinding.
	We are not made of sugar.	We zijn niet van suiker gemaakt.
	strawberries and cream	aardbeien met slagroom
	I’ve got to report it.	Ik moet er een melding van maken.
	Tom is exactly the same age as Mary.	Tom is precies even oud als Mary.
	I hope that I can see you at Christmas.	Ik hoop dat ik je zie met Kerstmis.
	She puts a lot of sugar in her coffee.	Ze doet veel suiker in haar koffie.
	little hope for submarine	weinig hoop voor duikboot
	Would you go to Boston if you had the chance to?	Zou je naar Boston gaan als je de kans had?
	Every child has the right to education.	Ieder kind heeft recht op onderwijs.
	Everyone saw that I was embarrassed.	Iedereen zag dat ik voor schut stond.
	Why don’t we start without Tom?	Waarom beginnen we niet zonder Tom?
	Her job is to help customers.	Haar functie is om klanten te helpen.
	I’m thinking of going to Australia.	Ik overweeg naar Australië te gaan.
	when I was on my father’s garden path	toen ik langs het tuinpad van m’n vader