Prepositions 6 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Sunday is the day before Monday.	Zondag is de dag vóór maandag.
	Saturday is the day before Sunday.	Zaterdag is de dag vóór zondag.
	Monday is the day before Tuesday.	Maandag is de dag vóór dinsdag.
	Friday is the day before Saturday.	Vrijdag is de dag vóór zaterdag.
	when I was on my father’s garden path	toen ik langs het tuinpad van m’n vader
	and along my father’s garden path I saw the tall trees standing	en langs het tuinpad van m’n vader zag ik de hoge bomen staan
	in three days	over drie dagen
	in two days	over twee dagen
	since mid-December	sinds midden december
	on which a church, a cart with horse	waarop een kerk, een kar met paard
	We live near a river.	We wonen dichtbij een rivier.
	I leave the matter to your judgement.	Ik laat de zaak aan uw oordeel over.
	My son comes back in a few days	Mijn zoon komt over een paar dagen terug
	from 092 415 864	vanaf 092 415 864
	Yanni found a dead body near the lake.	Yanni vond een dood lichaam dichtbij het meer.
	Tom was jumping up and down with excitement.	Tom sprong op en neer van opwinding.