Prepositions 5 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He enters the classroom.	Hij komt de klas binnen.
	Tom’s house is by the sea.	Toms huis is vlak bij de zee.
	What is your job within the company?	Wat is jouw functie binnen het bedrijf?
	for example	bijvoorbeeld
	Tom lives near the airport.	Tom woont vlak bij de luchthaven.
	about this time	omstreeks deze tijd
	They plan to come around four o’clock.	Ze zijn van plan omstreeks vier uur te komen.
	He was born around 1980.	Hij werd geboren omstreeks 1980.
	We have lunch at around three o’clock in the afternoon.	Omstreeks drie uur in de middag gaan we lunchen.
	in the	’s
	in the evening	’s avonds
	in the afternoon	’s middags
	from where?	Waar vandaan?
	Where are you from? (formal)	Waar komt u vandaan?
	Where are you from?	Waar kom je vandaan?
	Where is she from?	Waar komt ze vandaan?
	Where do they come from?	Waar komen ze vandaan?
	According to Tom, that’s not going to happen.	Volgens Tom gaat dat niet gebeuren.
	Which car do you think looks best?	Welke auto ziet er het beste uit volgens jou?
	It started raining around midnight.	Omstreeks middernacht begon het te regenen.