Places Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the best in the class	de beste van de klas
	clothes shop	kledingwinkel
	How do you like this town?	Hoe bevalt deze stad u?
	job market	arbeidsmarkt
	London is a big city.	Londen is een grote stad.
	Tom and Mary live in the same city.	Tom en Mary wonen in dezelfde stad.
	primary school	basisschool
	city gate	stadspoort
	the bank	de bank
	the bridge	de brug
	the place	de plek
	a bank	een bank
	bank card	bankkaart
	bicycle bridge	fietsbrug
	the region	de streek
	field of expertise	vakgebied
	the area	het gebied
	Do you have a bank?	Heb je een bank?
	bank account	bankrekening
	area of the heart	hartstreek