Particles Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Oh, look, there comes the bus!	O, kijk, daar komt de bus al aan!
	The building is on fire.	Het gebouw staat in brand.
	What time is breakfast?	Hoe laat is het ontbijt?
	Tom’s house is by the sea.	Toms huis is vlak bij de zee.
	the razor	het scheermes
	the phone booth	de telefooncel
	They were at each other’s throats.	Ze vlogen elkaar naar de keel.
	Tom doesn’t live around here.	Tom woont hier niet in de buurt.
	Owls can see in the dark.	Uilen kunnen in het donker zien.
	the importance of technology	het belang van technologie
	Of course, he knows the answer.	Uiteraard weet hij het antwoord.
	Which team will win the game?	Welk team zal de wedstrijd winnen?
	What is your job within the company?	Wat is jouw functie binnen het bedrijf?
	she now saw them like stars in the sky	zij zag ze nu als sterren aan den hemel
	The operation of the restaurant is a family business.	De uitbating van het restaurant is een familiezaak.
	The next morning it took a long time before they were finally on the way.	De volgende ochtend duurde het lang voor ze eindelijk op pad waren.
	the drawer	de la
	the back	de rug
	the ice	het ijs
	the pea	de erwt