Ze nam het potlood en begon te schrijven.
De bus stopt dicht bij de bibliotheek.
De bomen langs de laan zijn prachtig in de herfst.
De buit was zo groot dat ze verrast waren.
Leer de vervoeging van werkwoorden.
Is er een specialiteit van het huis?
De geschiedenis is de lerares van het leven.
In de bijkeuken staat de wasmachine.
De brand had een verwoestend effect.
Hij probeerde de bal te treffen.
de gemeentebesturen
Vraag de heer om de deur te sluiten.
Hij zocht beschutting tegen de regen.
De Reuzen zijn gisteren in elkaar geslagen.
Het tafereel was echt adembenemend.
Hij heeft de was gesmolten voor het beeld.
de slangenbezweerder
Zo ging het de eerste dag, en later werd het al erger en erger.
Nu liep het weg en vloog over de schutting.
De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger